EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Latijn
Lingua Latina
Les 14
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Latijn
Nederlands
antiquus
=
oud
Graecus
=
Griek / Grieks
oppugnare
=
belegeren / bestormen
trans
=
over
mare / maris
=
zee
dux / ducis
=
leider / aanvoerder
Troianus
=
Trojaan / Trojaans
decem
=
tien
summus
=
hoogst / grootst
vis
=
kracht / geweld
vires / virium
=
krachten / strijdkrachten
dolus
=
list / bedrog
expugnare
=
veroveren / innemen
ipse
=
zelf
moenia
=
muren / stadsmuren
turris / turris
=
toren
delere
=
verwoesten / vernietigen
monere
=
waarschuwen / aansporen
comes / comitis
=
begeleider / metgezel
voluntas
=
wil
ventus
=
wind
adversus
=
tegenover / tegenoverstaand
regio
=
streek / gebied
agitare
=
drijven / voortdrijven / opdrijven
Carthago
=
Carthago
coniunx
=
echtgenoot / echtgenote
fuga
=
vlucht
capessere
=
grijpen / pakken
vix
=
nauwelijks
probus
=
rechtschapen
animal
=
levend wezen / dier
caelum
=
hemel
tandem
=
eindelijk / uiteindelijk
sustinere
=
uithouden / verdragen