EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Latijn
Lingua Latina
Les 15
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Latijn
Nederlands
porta
=
poort
patere
=
openstaan
castra / castrorum
=
legerkamp
imprimis
=
vooral
equus
=
paard
stupere
=
versteld staan / bewonderen
votum
=
gebed / offergave
putare
=
denken / menen / beschouwen als
praecipitare
=
storten
cogitare
=
denken / bedenken / overwegen
accurrere
=
komen aanrennen / rennen naar
sacerdos
=
priester / priesteres
procul
=
ver weg / van verre
credere
=
geloven / vertrouwen
carere
=
niet hebben / missen / vrij zijn van
nescire
=
niet weten
prudentia
=
wijsheid / slimheid
praestare
=
overtreffen / overtreffen in
constare
=
bestaan / vaststaan / bekend zijn
fraus / fraudis
=
bedrog
latere
=
verborgen zijn / zich schuilhouden
ad
=
naar / tot / tegen / bij
trahere
=
trekken / slepen
negare
=
ontkennen / weigeren / zeggen dat niet
silva
=
bos / woud
misericordia
=
medelijden
apparere
=
verschijnen / blijken / duidelijk zijn
oraculum
=
orakel
statuere
=
plaatsen / bouwen
affirmare
=
verzekeren / beweren
mittere
=
zenden / sturen
opprimere
=
onderdrukken / overweldigen
punire
=
bestraffen / straffen