EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Latijn
Lingua Latina
Les 19
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Latijn
Nederlands
totus
=
heel / geheel
exercitus
=
leger
socius
=
deelgenoot / partner / bondgenoot
et ... et
=
zowel ... als
quaestor
=
schatmeester
tribunus militum
=
krijgstribuun / officier
praeterea
=
bovendien
senatus
=
senaat
pugna
=
gevecht / strijd / slag
pedes / peditis
=
infanterist
animus
=
geest / gedachten / ziel / hart / moed
clades / cladis
=
nederlaag
numquam
=
nooit
intra
=
binnen
tumultus
=
tumult / opschudding
magistratus
=
magistraat / ambt
praetor
=
pretor
curia
=
curia / senaatsgebouw
certus
=
zeker / betrouwbaar
pro certo habere
=
voor zeker houden
impetus
=
aanval
discrimen
=
onderscheid / gevaar
constantia
=
vastberadenheid
confirmare
=
bevestigen / versterken / bemoedigen
augere
=
vermeerderen / vergroten
multitudo
=
menigte / massa
superesse
=
over zijn / overleven
tollere
=
opheffen / aanheffen / wegnemen
arcere
=
afweren / afhouden
matrona
=
getrouwde vrouw / vrouw
publicum
=
het openbare leven / de straat
silentium
=
stilte / rust
custos / custodis
=
bewaker
cogere
=
bijeenbrengen / verzamelen / dwingen
salus / salutis
=
gezondheid / welzijn / redding
salvus
=
behouden / intact