Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Latijn Nederlands
  • circumspicere / io = rondkijken
  • vestigium = (voet)spoor
  • horrere = huiveren
  • invenire = vinden
  • oculus = oog
  • complere = vullen
  • accidit = (3e persoon) praes / pf van accidere
  • accidere = gebeuren
  • exspectare = afwachten / wachten op
  • parentes / es (mv) = ouders
  • parui = pf van parere
  • parere = gehoorzamen
  • reliqui = pf van relinquere
  • relinquere = verlaten / achterlaten
  • veni = pf van venire
  • venire = komen
  • sero = te laat
  • mors / mortem = (de) dood
  • culpa = schuld
  • sustuli = pf van tollere
  • tollere = optillen
  • osculum = kus
  • dedi = pf van dare
  • dare = geven
  • adii = pf van adire
  • adire = gaan naar
  • adire adeo

    gaan naar

  • gladius = zwaard
  • quaerere = zoeken
  • vocare = roepen
  • esse (sum) = zijn
  • causa = oorzaak / reden
  • fugi = pf van fugere
  • fugere / io = vluchten
  • aspicere / io = kijken / zien
  • respondi = pf van respondere
  • respondere = antwoorden
  • nec = en niet / ook niet / maar niet
  • traxi = pf van trahere
  • trahere = trekken
  • dixi = pf van dicere
  • dicere = zeggen
  • vetui = pf van vetare
  • vetare = verbieden
  • amor / ores = liefde / gevoel van liefde
  • sepulcrum = graf
  • condere = (ver)bergen