Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Latijn Nederlands
  • maestus = bedroefd
  • armatus = gewapend
  • quamquam = hoewel
  • longus = lang
  • gerere = dragen / voeren
  • tamen = toch
  • ignotus = onbekend
  • meus = mijn
  • virgo / virgines v = meisje / maagd
  • pulcher / pulchra / pulchrum = mooi
  • tam = zo
  • quia = omdat
  • quod / quia

    omdat

  • fugare = verjagen
  • cogere = dwingen
  • solus = alleen
  • carus = lief / dierbaar
  • Mars / Martem = Mars (god van de oorlog)
  • deponere = neerzetten / afleggen
  • multus = veel
  • territus = verschrikt / geschrokken
  • scire = weten
  • esse = zijn
  • potestas / potestates v = macht
  • anxius = bang / angstig
  • cura = zorg / bezorgdheid
  • vexare = kwellen
  • regnum = (konink)rijk / macht / heerschappij
  • pellere = verdrijven
  • servus = slaaf
  • parere / io = voortbrengen / baren
  • iratus = woedend
  • sedes / sedes v = zetel
  • magnus = groot / luid (in combinatie met ‘vox')
  • vox / voces v = stem
  • quomodo = hoe (letterlijk: op welke manier)?
  • puer / pueri = jongen
  • flumen / flumina o = rivier
  • impius = schurkachtig / goddeloos
  • mittere = zenden
  • ripa = oever
  • pastor / pastores m = herder
  • parvus = klein
  • portare = dragen