Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Latijn Nederlands
  • vulnerare = (ver)wonden
  • si = als / indien
  • homo / homines m = mens / man
  • mortuus = gestorven
  • populus = volk
  • vulnus / vulnera o = wond
  • inquit = hij / zij zegt / zei
  • noscere = leren kennen
  • bonus = goed
  • opes (meervoud) v = rijkdom / schatten / macht
  • putare = denken / menen
  • regnare = koning zijn / heersen
  • nondum = nog niet
  • serva = slavin
  • facere / io = doen / maken
  • senator / senatores m = senator
  • Romanus = Romein / Romeins
  • ius / iura o = recht
  • ius / iura o

    het recht

  • iure = terecht / met recht
  • deicere / io = naar beneden gooien
  • considere = gaan zitten
  • vis / vim (acc.) / vi (abl.) v = geweld / kracht
  • salutare = (be)groeten (als: + dubb. acc.)
  • se recipere / io = zich terugtrekken
  • miles / milites m = soldaat