Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Latijn Nederlands
  • hic / haec / hoc = deze / dit
  • si = als / indien
  • pugnare = vechten
  • ops / opem v = hulp
  • timere = bang zijn
  • dedecus / dedecora o = schande
  • addere = toevoegen
  • nisi = als niet
  • tuus = jouw
  • nudus = naakt
  • deprehendere = betrappen / grijpen
  • interficere / io = doden
  • tantus = zo groot
  • perferre = verdragen
  • se dedere = zich overgeven
  • vincere = overwinnen / zegevieren
  • victor / ores m = overwinnaar
  • victoria = overwinning
  • alienus = vreemd / andermans
  • violare = schenden / verkrachten
  • iste / ista / istud = die / dat
  • animus = hart / geest
  • abesse = afwezig zijn
  • affirmare = met klem beweren / verzekeren
  • peccare = verkeerd handelen / zondigen
  • ille / illa / illud = die / dat; hij / zij / het
  • exemplum = voorbeeld
  • cor / corda o = hart
  • -que = en ...
  • extrahere = trekken uit
  • sanguis / sanguinem (acc.) m = bloed
  • scelestus = misdadig / schurkachtig
  • tradere = overhandigen / overleveren