Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Latijn Nederlands
  • suus = zijn / haar / hun (afh. van het subject)
  • cupido / cupidines v = verlangen
  • consul / consules m = consul
  • periculum = gevaar
  • salus / salutes v = heil / redding
  • praeponere = verkiezen (boven + dat.)
  • tempus / tempora o = tijd
  • adesse = aanwezig zijn
  • convertere = richten (op: ad + acc.)
  • prodere = verraden
  • liberare = bevrijden
  • procedere = naar voren gaan
  • supplicium = (dood)straf
  • verberare = afranselen
  • dissimulare = verbergen / niets laten merken van
  • castra (alleen meervoud) = (leger)kamp
  • circum (+ acc.) = rondom
  • celer / celeris / celere = snel
  • civis / cives m = burger
  • vocare = roepen / noemen (+ dubb. acc.)
  • occidere = doden
  • securus = onbezorgd
  • audax / audaces = dapper / roekeloos
  • ferox / feroces = moedig / woest / onstuimig
  • temptare = proberen (+ inf.) / testen
  • crudelis = wreed
  • fortitudo / -tudinem (acc.) m = dapperheid
  • ignis / ignes m = vuur
  • dexter / t(e)ra / t(e)rum = rechter- / rechts
  • virtus / virtutes v = moed / verdienste
  • commotus = bewogen / ontroerd
  • remittere = terugzenden / laten gaan
  • omnis = elk / ieder / geheel
  • omnes (meervoud) m = allen (
  • omnia (meervoud) o = alles (
  • fortis = dapper
  • laudare = prijzen
  • appellare = noemen (+ dubb. acc.)