Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Latijn Nederlands
  • acer / acris / acre = fel / scherp
  • opem ferre = hulp brengen
  • constituere = besluiten
  • accurrere = komen aanrennen
  • tergum = rug
  • invasi = aanvallen (pf)
  • invadere = aanvallen
  • oppidum = stad
  • erumpere = uitbreken
  • urgere = in het nauw brengen
  • metuere = vrezen
  • pauci = enkelen / weinigen
  • patere = openstaan
  • irrumpere = binnendringen
  • lignum = (stuk) hout
  • singuli = telkens één / stuk voor stuk
  • incendere = aansteken / in brand steken
  • augere = vergroten / vermeerderen
  • animus = hart / moed / geest
  • expugnare = veroveren
  • ferre = brengen / dragen / verdragen
  • mulier / mulieres v = vrouw
  • eo = daar(heen)
  • ingens / ingentes = heel groot / geweldig
  • agmen / agmina o = stoet / colonne
  • recusare = weigeren
  • tremere = trillen
  • priusquam = voordat
  • utrum ... an = (of) … of (in een vraagzin)
  • vastare = verwoesten
  • gignere = baren / voortbrengen
  • alere = voeden
  • intra (+ acc.) = binnen
  • dimittere = weg laten gaan
  • castra movere = het kamp verplaatsen / opbreken
  • legio / legiones v = legioen
  • abducere = wegvoeren
  • ager / agri = akker(land)
  • paulo = een beetje
  • post = later (bijwoord) / na / achter (+ acc.)