EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Latijn
Disco
Deel 1 en 2
Hoofdstuk 20
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Latijn
Nederlands
hospes / hospites m
=
gast(vriend)
nullus
=
geen
pax / pacem v
=
vrede
afferre
=
brengen naar
condicio / condiciones v
=
voorwaarde / toestand
adimere
=
ontnemen
argentum
=
zilver
privatus
=
persoonlijk / privé-
publicus
=
van de staat / staats-
conferre
=
bij elkaar brengen
exire
=
weggaan / naar buiten gaan
primores (meerv.) m
=
de eersten / de voornaamsten
concillium
=
vergadering
accendere
=
aansteken
primum (bijwoord)
=
eerst
iacere / io
=
Gooien
tumultus (4)
=
tumult
turris / turres v
=
toren
ruina
=
puinhoop
exercitus (4)
=
leger
circa (+ acc.)
=
rondom
insignis
=
opvallend
eques / equites m
=
ruiter
caedere
=
neerslaan / doden / omhakken
hasta
=
lans
transfigere
=
doorboren
lacus
=
meer
lacus
4
een
meer
pavor / pavores m
=
(doods)angst
angustus
=
nauw
arduus
=
steil
evadere
=
ontsnappen
deesse
=
ontbreken (aan)
palus / paludes v
=
moeras
caput / capita o
=
hoofd
equitatus (4)
=
ruiterij
posterus
=
volgende
dies (5) m / v
=
dag
fides (5)
=
trouw / erewoord
milia (meervoud)
=
duizend(tallen)
servare
=
redden / bewaren
vinculum
=
band