Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Latijn Nederlands
  • subvenire = te hulp komen
  • subvenire + dat.

    iem. te hulp komen

  • aedificium = gebouw
  • pretium = prijs
  • minuere = verminderen
  • cecini = (be)zingen (pf)
  • canere = (be)zingen
  • praeterea = bovendien
  • inceptus = ppp van incipere / io
  • incipere / io = beginnen
  • spatium = ruimte
  • adeptus sum = verkrijgen
  • adeptus sum

    verkrijgen pf

  • adipisci = verkrijgen
  • igitur = dus
  • odium = haat
  • accusare = beschuldigen
  • quod = omdat / (het feit) dat
  • quod voegw.

    omdat / (het feit) dat

  • comprehensus = ppp van comprehendere
  • fateri = bekennen / toegeven
  • prodidi = verraden (pf)
  • prodere = verraden
  • canis / canes m = hond
  • sperare = hopen
  • tot (onverbuigbaar) = zoveel
  • proximus = dichtst bij gelegen
  • tantus ... quantus = zo groot ... als
  • qualis = hoe(danig) / wat voor een
  • perlatus = ppp van perferre
  • perferre = verdragen / brengen / berichten
  • iudicare = oordelen / verklaren tot (+ dubb. acc.)
  • interrogare = (onder)vragen
  • genus / genera o = geslacht / afkomst / soort
  • cognovi = leren kennen / vernemen (pf)
  • cognoscere = leren kennen / vernemen
  • nex / necem v = dood
  • nex / necem v

    gewelddadige dood

  • perterritus = hevig verschrikt
  • rursus = opnieuw / weer
  • hora = uur / tijdstip
  • obire = tegemoet gaan
  • mortem obire = sterven
  • sensi = voelen / merken (pf)
  • sentire = voelen / merken
  • simulare = doen alsof (+ a.c.i.)