Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Latijn Nederlands
  • maxime = (het) meest;vooral
  • incidi = vallen in / terechtkomen in (pf)
  • incidere = vallen in / terechtkomen in
  • expectare = afwachten / wachten op / verwachten
  • leo / leones m = leeuw
  • obicere / io = werpen voor / verwijten
  • meridies (5) = middag
  • quasi = alsof / als het ware
  • expositus = ppp van exponere
  • exponere = tentoonstellen / blootstellen
  • exponere ad + acc.

    tentoonstellen / blootstellen aan

  • nemo / neminem = niemand
  • exitus (4) = uitgang / einde
  • aliquis / aliquid = iemand / iets
  • occidi = doden (pf)
  • occidere = doden
  • merui = verdienen (pf)
  • merere = verdienen
  • mori - mortuus sum = sterven
  • quare = waarom
  • parum = te weinig
  • libens / libentes = graag / met plezier
  • plures / plura mv = comparativus van ‘multus'
  • crudelis = wreed
  • quisque / quidque = ieder / iets / elke
  • prudentia = wijsheid
  • decet = het past
  • decet + acc.

    het past

  • humilis = laag / van lage afkomst
  • servire = dienen / slaaf zijn van
  • servire + dat.

    dienen / slaaf zijn van

  • ambitio / ambitiones v = ambitie
  • libido / libidines v = lust / passie / hartstocht
  • cras = morgen
  • victus = ppp van vincere
  • vincere = overwinnen
  • sapiens / sapientes = wijs / de wijze
  • liber / libera / -um = vrij
  • inferior / inferiores = lager (geplaatst)
  • superior / superiores = hoger / vroeger / superieur
  • sermo / sermones m = gesprek / conversatie
  • admittere = toelaten / laten deelnemen (aan: in)
  • potius = liever / eerder