Pallas

Woordenlijsten Pallas

Hier vind je de woordenlijsten van Pallas van Eisma. Leer de woordjes makkelijk met Wozzol.

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Oudgrieks Nederlands
  • τοιοῦτος / τοιαύτη / τοιοῦτο = zodanig / dergelijk / zo'n (mnl., vrl., onz.)
  • ἡ στρατιά = leger
  • ἡ τύχη = lot
  • ὁ στρατιώτης = soldaat
  • ὁ ἄγγελος = bode
  • παύω = (doen / laten) stoppen / (doen / laten) ophouden
  • ὁ πατήρ = vader
  • τόδε, mv. τάδε = dit / het volgende
  • κωλύω (+ inf.) = verhinderen / beletten (om)
  • ἡ ἀλήθεια = waarheid
  • βοηθέω + dat. = te hulp komen / helpen
  • ἤδη = al / reeds
  • πάρειμι = aanwezig zijn
  • πιστεύω + dat. = vertrouwen
  • ἀντί + gen. = in plaats van
  • οὐδέ = en niet / maar niet / ook niet / zelfs niet
  • φίλτατος = liefst / dierbaarst / zeer / heel geliefd / zeer / heel dierbaar
  • ἅμα = tegelijk / tegelijkertijd
  • οὐδέν = niets / helemaal niet
  • ἄθλιος = ongelukkig
  • ὁ νοῦς = geest / verstand
  • οὐκέτι = niet meer
  • εὔνους (+ dat.) = goedgezind (aan)
  • ἀγγέλλω = berichten / melden
  • ὁ ναύτης = zeeman / matroos
  • ἐν νῶ / ἔχω = van plan zijn (lett. in de geest hebben)
  • ὁ στρατηγός = legeraanvoerder
  • πάντες (πάντων) = alle(n)
  • ἀρέσκω + dat. = bevallen aan / in de smaak vallen bij
  • ὅμως = toch
  • ἐχθρός (+ dat.) = gehaat (bij) / vijandig (aan)
  • οἱ ἄνδρες (ἀνδρῶν) = mannen