Pallas

Woordenlijsten Pallas

Hier vind je de woordenlijsten van Pallas van Eisma. Leer de woordjes makkelijk met Wozzol.

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Oudgrieks Nederlands
  • ἡ ἀρχή = begin / heerschappij
  • οἱ παρόντες = aanwezigen
  • πέλας + gen. = dichtbij
  • τολμάω = durven
  • τυγχάνω, aor. ἔτυχον (inf. τυχεῖν) + gen. = treffen / krijgen
  • τοσοῦτος, τοσαύτη, τοσοῦτο = zo groot (mnl., vrl., onz.) / mv. zoveel
  • οὔτε . . . οὔτε = noch . . . noch
  • πολέμιος = vijandig
  • ὁ τόπος = plaats
  • ὁράω = zien
  • κάκιστος = slechtst / zeer slecht
  • ὁ δαίμων (δαίμονος) = godheid
  • παραινέω = aansporen / vermanen
  • τελευτάω = (be)eïndigen / sterven
  • νικάω = overwinnen
  • ἐμαυτοῦ, ἐμαυτῆς = (van) mijzelf (gen. mnl., vrl.)
  • ὁ / ἡ βοῦς (βοός) = rund / koe
  • ἡ ὥρα = seizoen / tijd
  • ὁ τρόπος = manier
  • ὁ συγγενής = de verwant / het familielid
  • ἡ τράπεζα = tafel
  • σπάω = trekken
  • τὸ ξίφος (ξίφους) = zwaard
  • ὡς τάχιστα (bijwoord) = zo snel mogelijk
  • τὸ στόμα (στόματος) = mond
  • συγγενής = verwant
  • μηχανάομαι = verzinnen / bedenken
  • αἰσθάνομαι, aor. ᾐσθόμην (inf. αἰσθέσθαι) = (be)merken / waarnemen
  • ἐργάζομαι = werken / doen / verrichten / bewerken / maken
  • ἥκιστα (bijwoord) = (aller)minst / volstrekt niet
  • κατακτείνω = doden
  • ὅστις, ἥτις, ὅ τι = wie (ook maar) / (al) wie / wat (ook maar) / (al) wat / wie / wat / welk(e) (afhankelijke vraagzin)
  • ὅσιος = godsdienstig / vroom