Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Oudgrieks Nederlands
  • σαφής / σαφοῦς = duidelijk
  • ποῖος; = hoedanig? wat voor?
  • ...γε = geeft meestal nadruk aan een woord of woordgroep: het best te vertalen door klemtoon te leggen / soms ‘tenminste'
  • σοφός = verstandig / wijs / slim
  • πρῶτα (bijw.) = eerst / in de eerste plaats
  • κακίων / κακίονος = slechter
  • πολύ + compar. = veel
  • μᾶλλον (bijw.) = meer / liever / eerder
  • = of / (na compar.) dan
  • μετά / μετ' / μεθ' + acc. = na