EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Oudgrieks
Eisma
Euripides 2021 Basiswoorden
Blok 17 (Hfdst. 8, a/b)
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Oudgrieks
Nederlands
ὁ τύραννος
=
alleenheerser / tiran
ἥττων / ἥττονος
=
zwakker / minder
στείχω
=
gaan
ἐπί / ἐπ' / ἐφ'+ acc.
=
op...af / naar / gedurende
κελεύω
=
bevelen / verzoeken / aanraden
ὁ ἵππος
=
paard
τὸ τόξον
=
boog
πρός + gen.
=
van de kant van / door (bij passieve werkwoorden)
πείθομαι + dat. / aor. ἐπιθόμην perf. πέποιθα
=
gehoorzaken / luisteren naar / geloven
οὔ / οὐ φημι
=
nee zeggen / weigeren / zeggen dat niet... / ontkennen
χρή / inf. χρῆναι
=
het is nodig / het moet
ἀνέχομαι
=
uithouden / verdragen
φεύγω / fut. φεύξομαι aor. ἔφυγον
=
vluchten / ontvluchten / vermijden / vervolgd worden / in ballingschap zijn
πάλιν (bijw.)
=
terug / weer / daarentegen
ὁ φόνος
=
moord
ὥσπερ
=
(net) zoals / net alsof
ἡ ἀσπίς / ἀσπίδος
=
schild
σιγάω
=
zwijgen
μηχανάομαι
=
een middel verzinnen / beramen
σῴζω
=
redden / behouden
κοινός
=
gemeenschappelijk / openbaar
ἀεί
=
altijd / steeds
ἴσθι
=
weet (imp. van οἶδα) / wees (imp. van εἰμι)
παύομαι
=
(+ gen.) ophouden met / stoppen / (+ part. prs.) ophouden te / met