EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Oudgrieks
Eisma
Euripides 2021 Basiswoorden
Blok 21 (Hfdst. 10, e/f/g/h)
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Oudgrieks
Nederlands
δέχομαι
=
aannemen / ontvangen
ῥίπτω
=
werpen
ὁ αἰθήρ / έρος
=
lucht / hemel
ἡ προθυμία
=
bereidheid / ijver
ἡ ἀπορία
=
radeloosheid / moeilijkheid
τέλος (bijw.)
=
ten slotte
ὁ θήρ / θηρός
=
wild dier / beest
αἱρέω / aor. εἷλον
=
(in)nemen / krijgen / gevangen nemen
μήδε
=
en niet / ook niet / zelfs niet
μυρίοι
=
talloze
τλήμων (2)
=
ellendig / rampzalig
κατέχω vasthouden / beheersen
=
in zijn macht houden,
ἀριστερός
=
links / linker-
ὁ ὦμος
=
schouder
ἕτερος
=
de een / de ander (van twee)
ὕπο / ὕπ' / ὕφ' + gen.
=
door (toedoen van) (bij passieve werkwoorden) / onder (...vandaan)
ῥήγνυμι
=
breken / doorscheuren
χεροῖν (dat. dualis)
=
met beide handen
τὸ δάκρυον
=
traan
ἡ συμφορά
=
gebeurtenis / tegenspoed / ongeluk
κάλλιστος
=
mooist / zeer mooi
οἴομαι / οἶμαι
=
menen / vermoeden
τὸ κτῆμα / κτήματος
=
bezit