Basiswoorden bij het CE Grieks 2022

Basiswoorden bij het CE Grieks 2022

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Oudgrieks Nederlands
  • ἀείδω = (be)zingen
  • ἡ θεά = godin
  • ὅς / ἥ / ὅ (betrekk.) = die / dat (betrekk.) / (met ingesloten antecedent) / wie / wat
  • μυρίοι = talloze
  • πολύς / πολλή / πολύ / πολλοῦ / πολλός ( = Att. Πολύς)
  • ἡ ψυχή = leven / ziel / geest / schim
  • πᾶς / πᾶσα / πᾶν / = (ge)heel / al / ieder
  • παντός = (mv.) alle
  • ἡ βουλή = besluit / plan / advies / raad / wil
  • ἐρίζω = strijden / wedijveren / ruziën
  • ὁ ἀνήρ / ἀνδρός = man