Basiswoorden bij het CE Grieks 2022

Basiswoorden bij het CE Grieks 2022

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Oudgrieks Nederlands
  • σύ / σοῦ / σοί / σέ = jij / u
  • ὁ γέρων / γέροντος = oude man / grijsaard
  • ἰών / ἰόντος = gaand (part. praes. Van εἶμι)
  • παρά / παρ' + gen. = van (de zijde van)
  • παρά / παρ' + dat. = aan de zijde van / bij
  • παρά / παρ' + acc. = naar (de zijde van) / langs / in strijd met
  • = of / dan (na comparativus)
  • ὕστερον (bijw.) = later / in de toekomst
  • λύω = losmaken / loslaten
  • ἡμέτερος (bezitt.) = onze / van ons
  • ὁ οἶκος = huis / woning / erf
  • ἐν + dat. = in / bij / op
  • ἐμός = mijn (eigen)