Basiswoorden bij het CE Grieks 2022

Basiswoorden bij het CE Grieks 2022

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Oudgrieks Nederlands
  • ἄριστος = best
  • οἶδα (perf.) = weten / kennen
  • ἐών / ἐόντος = zijnd (part. praes. van εἰμί)
  • πρό + gen. = voor (van plaats en tijd) / liever dan
  • ἡγέομαι + dat. = de weg wijzen / voorgaan / leiden
  • ἡγέομαι + gen. = het bevel voeren over
  • ἡγέομαι + A.c.l. = menen
  • ἡγέομαι + dubb. acc. = beschouwen als / houden voor
  • διά / δι'+ gen. = door (. . . heen) / door middel van / gedurende
  • διά / δι'+ acc. = wegens / door toedoen van / dankzij
  • ὁ ἄναξ / ἄνακτος = heerser / vorst
  • ὄμνυμι / aor. ὤμοσα = zweren / een eed afleggen
  • τὸ ἔπος / ἔπεος = woord / verhaal / vers
  • κρατέω + gen. = macht hebben over / heerser zijn van / overwinnen
  • ὅτε (voegw.) = wanneer / toen