EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Oudgrieks
Eisma
Homerus 2022 Basiswoorden
Blok 17 (Hfdst. 8 / 2a & b)
Basiswoorden bij het CE Grieks 2022
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Oudgrieks
Nederlands
ὁ / ἡ κύων / κυνός
=
hond
λανθάνω / λήθω + acc.
=
ontgaan / verborgen / onopgemerkt blijven voor
θέω
=
rennen / snellen
ἀΐσσω
=
(act. en med.) zich snel bewegen / (toe)snellen / vliegen
εὑρίσκω
=
vinden / ontdekken / aantreffen
τὸ βέλος / βέλεος
=
werptuig: pijl of speer
πρός + gen.
=
van / aan de kant van / door (bij passiva)
πρός + dat.
=
bij / tegen . . . aan
πρός + acc.
=
naar / tot / tegen
τὸ πεδίον
=
vlakte
ὁ ὄνειρος
=
droom
δύναμαι
=
kunnen / in staat zijn
διώκω
=
achtervolgen / vervolgen
τὸ μένος / μένεος
=
(geest)kracht / moed / energie / adrenaline / agressie
τὸ γόνυ / γούνατος / γουνός
=
knie
δῖος
=
edelgeboren
ἐάω
=
(toe)laten / toestaan
δεύτερος
=
tweede
ἀφικνέομαι
=
aankomen
τίθημι
=
leggen / plaatsen
τίθημι + dubb. acc.
=
maken tot
μέσος
=
middelste / in het midden (predicatief) / midden-
οἴχομαι
=
weg(gegaan) zijn / (weg)gaan
ὁ Πηλεΐων / ωνος
=
de zoon van Peleus (Achilles)
ἱκνέομαι / ἱκάνω / ἵκω
=
aankomen / bereiken / aangekomen zijn / bereikt hebben
ἡ μάχη
=
strijd
πάσχω
=
lijden / te verduren hebben / ondervinden / ervaren