EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Oudgrieks
Eisma
Homerus 2022 Basiswoorden
Blok 23 (Hfdst. 9 / 3b & c & d & e)
Basiswoorden bij het CE Grieks 2022
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Oudgrieks
Nederlands
ὁ ἀοιδός
=
zanger / dichter
νέος
=
nieuw / jong
ὀίω
=
vermoeden / denken / menen
πρίν (bijw.)
=
vroeger / tevoren / eerder
ὄλλυμαι
=
omkomen / sterven
ἡ ἄλοχος
=
echtgenote
τὸ τέκνον
=
kind
τάχα (bijw.)
=
weldra / spoedig
ἐργάζομαι
=
werken / doen / maken
ῥίπτω
=
werpen
ὁ ὄλεθρος
=
ondergang / dood / verderf
ὁ ἀδελφός
=
broer
ὁ γόος
=
weeklacht / dodenklacht
χέω
=
gieten / storten / vergieten
κλαίω
=
huilen / wenen
ζωός
=
levend
ὁ ἅλς / ἁλός
=
zee
ἐξάρχω + gen.
=
beginnen
ὁ πόσις / πόσιος
=
echtgenoot
τὸ ἔτος / ἔτεος
=
jaar
κεῖθεν (bijw.)
=
vandaar / daarna
ἀγανός
=
vriendelijk / zacht