Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Oudgrieks Nederlands
  • τελευταίος = laatste
  • ὁ ἱερεύς = de priester
  • εὐ-τυχέω = ik heb geluk / ik ben blij
  • κατα-βαίνω = ik ga naar beneden / ik daal af
  • ὁ θεράπων / θεράποντος = de dienaar
  • ὀνομάζω = ik noem
  • ἡ ψυχή = de ziel
  • ὁ Ἃιδης = de onderwereld
  • ἀμφότερος = beide
  • πίνω = ik drink
  • αὐτος = zelf
  • τις = Iemand
  • δῆλος = duidelijk
  • γελάω = ik lach