EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Pools
Boom
Van start
Van Start hoofdstuk 2 deel 4
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Pools
Nederlands
notować
=
noteer, noteren
numer
=
nummer (het), nummers
ćwiczyć
=
oefenen
o, aby
=
om
nasz
=
ons
nasze
=
onze
w porządku
=
orde
paczka
=
pakketje (het), pakketjes
łapać
=
pakt, pakken
paszport
=
paspoort (het), paspoorten
dane osobowe
=
persoonlijke gegevens
kod pocztowy
=
postcode (de), postcodes
recepcja
=
receptie (de), recepties
prawo jazdy
=
rijbewijs (het), rijbewijzen
mieszkający razem
=
samenwonend
szkoła
=
school (de), scholen
źle
=
slecht
mówić
=
spreken
numer telefonu
=
telefoonummer (het), telefoonummers
wracać
=
terugkomen
w domu
=
thuis
czas
=
tijd (de), tijden
godzina
=
uur (het), uren
Państwa
=
uw
dziś wieczorem
=
vanavond
dużo
=
veel
wysyłać
=
versturen
dla
=
voor
przyjaciele
=
vriend (de), vrienden
czekać
=
wachten
kiedy
=
wanneer
tydzień
=
week (de), weken
ponownie
=
weer
miejsce zamieszkania
=
woonplaats (de), woonplaatsen
sobota popołudniu
=
zaterdagmiddag (de), -middagen
mówić
=
zeg, zeggen
kłaść
=
zetten
wiedzieć
=
zien
do zobaczenia
=
ziens (tot ziens)