EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Pools
Boom
Van start
Van Start hoofdstuk 4 deel 10
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Pools
Nederlands
supermarket
=
supermarkt (de), supermarkten
torebka
=
tasje (het), tasjes
do
=
tot (aan)
drugie
=
tweede
daleko
=
ver
piętro
=
verdieping (de), verdiepingen
świeży
=
vers
czwarty
=
vierde
brudny
=
vies
ryby
=
vis (de), vissen
mięso
=
vlees (het)
wędliny
=
vleeswaren (de)
pełny
=
vol
kierować się
=
volg, volgen
zapas
=
voorraad (de)
dom towarowy
=
warenhuis (het), warenhuizen
ciepło
=
warm
było
=
was
droga
=
weg (de), wegen
wino
=
wijn (de), wijnen
centrum handlowe
=
winkelcentrum (het), winkelcentrums
biały
=
wit
sklep meblowy
=
woonwarenhuis (het)
miękki, cichy
=
zacht
się
=
zich
do zobaczenia
=
ziens (Tot ziens)
widzieć
=
ziet (zien)
srebro
=
zilver
siedzieć
=
zitten
szukać
=
zoekt (zoeken)
słodki
=
zoet
nabiał
=
zuivel
kwaśny
=
zuur
ciężki
=
zwaar
czarny
=
zwart