- Portugees Nederlands
- descer = afstappen
- um e meio = anderhalf
- acompanhamento = de begeleiding
- interesse = de belangstelling
- centro comunitário = het buurthuis
- participação = de deelname
- continuar = doorgaan
- formal = formeel
- esperançosamente = hopelijk
- inscrição = de inschrijving
- instrução = de instructie
- tamanho = de maat
- correio elétronico = het mailtje
- participar = meedoen
- momento = het ogenblik
- transporte público = het openbaar vervoer
- subir = opstappen
- profissional = professioneel
- haver = staan
- enviar para o endereço residencial = thuissturen
- lento = traag
- regra de trânsito = de verkeersregel
- antecipadamente = vooraf