¡Qué Guay!

Ga met superheld Zorro op pad naar de Spaanstalige wereld! ¡Qué Guay! is een tweedelige leergang Spaans voor kinderen en jongeren. Het woordjes leren kan met Wozzol.

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Spaans Nederlands
  • comprar = kopen
  • compro = ik koop
  • compras = jij koopt
  • compra = hij koopt
  • compramos = wij kopen
  • compráis = jullie kopen
  • compran = zij kopen
  • tomar = nemen
  • tomo = ik neem
  • tomas = jij neemt
  • toma = hij neemt
  • tomamos = wij nemen
  • tomáis = jullie nemen
  • toman = zij nemen
  • las compras = de inkopen
  • ¿Adónde vas? = Waar ga jij heen?
  • el supermercado = de supermarkt
  • el pan = het brood
  • las manzanas = de appels
  • la piña = de ananas
  • la leche = de melk
  • después = daarna
  • algo = iets
  • buena idea = goed idee
  • la tienda = de winkel
  • un zumo de naranja = een sinaasappelsap
  • siempre = altijd
  • ¿Qué tomas? = Wat neem je?
  • Tomo un zumo. = Ik neem een vruchtensap.
  • ir = gaan
  • voy = ik ga
  • vas = jij gaat
  • va = hij gaat
  • Voy a Madrid. = Ik ga naar Madrid.
  • ¿Vas a casa de tu abuela? = Ga je naar (het huis van) jouw oma?
  • También va. = Hij gaat ook.
  • Voy a comprar un CD. = Ik ga een cd kopen.
  • Va a vivir a España. = Hij gaat in Spanje wonen.
  • ¿Vas a tomar una coca cola? = Ga je cola nemen?