¡Qué Guay!

Ga met superheld Zorro op pad naar de Spaanstalige wereld! ¡Qué Guay! is een tweedelige leergang Spaans voor kinderen en jongeren. Het woordjes leren kan met Wozzol.

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Spaans Nederlands
  • a rayas = gestreept
  • el aire = de lucht
  • amar = houden van
  • besar = kussen
  • el bigote = de snor
  • la chavala = het grietje/het meisje
  • el codo = de elleboog
  • la cometa = de vlieger
  • creer = geloven
  • Déjalos en paz. = Laat ze met rust.
  • dejarse de = ophouden met
  • di = ik gaf
  • dijo = hij zei
  • engañar = bedriegen
  • Estoy harto de ti. = Ik heb genoeg van je.
  • Está hecha polvo. = Zij is bekaf.
  • Está hecho polvo. = Hij is bekaf.
  • las gafas = de bril
  • hablar por los codos = erop los kletsen
  • haber caso = aandacht schenken
  • irse = weggaan
  • jurar = zweren
  • levantar con el pie izquierdo = met het verkeerde been uit bed stappen
  • la luz = het licht
  • majo = knap/aardig
  • malentendido = het misverstand
  • necesitar = nodig hebben
  • la mala pata = de pech
  • el pedazo de cartón = het stuk karton
  • el pelo rubio = het blonde haar
  • pesado = vervelend, hinderlijk
  • ¡Qué más da! = Wat maakt het uit!
  • ¿Qué pasa? = Wat is er aan de hand?
  • ¡Qué pena! = Wat jammer!
  • quería ser = hij wilde zijn
  • el rollo = het verzinsel
  • romper = breken
  • saludar = groeten
  • solamente = alleen/slechts
  • sonar con = dromen over
  • Te quiero a ti. = Ik houd van jóu.