EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Spaans
Prisma - Spaans voor zelfstudie
Cursus - 1e editie
Hoofdstuk 13 - Les 13
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Spaans
Nederlands
absurdo
=
belachelijk
agradecer
=
op prijs stellen, graag willen
aprovechar
=
benutten, gebruikmaken, profiteren
asistente, el
=
assistent
bajar
=
uitstappen
completo
=
vol / volledig
confirmación, la
=
bevestiging
copia, la
=
kopie
deberes, los
=
huiswerk
duplicado, el
=
duplicaat, kopie
enfadarse
=
boos worden
fábrica, la
=
fabriek
gato, el
=
kat
gerente, el
=
manager, bedrijfsleider
ordenador, el
=
computer
pedir
=
vragen / vragen om / verzoeken
permitir
=
mogelijk maken, veroorloven
protestar
=
protesteren
ratón, el
=
muis
realmente
=
inderdaad
reserva, la
=
reservering
tampoco
=
evenmin, ook niet
tarjeta postal, la
=
ansichtkaart
traducir
=
vertalen
tratar
=
behandelen, bejegenen
usar
=
gebruiken
vuelo, el
=
vlucht