EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Spaans
De Uitgeversgroep
SPA 1 op A2-niveau
A2 - Deel Vrijetijdssector - 1e editie
SPA 1, Hoofdstuk 8
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Spaans
Nederlands
la edad
=
de leeftijd
la propina
=
de fooi
el descuento
=
de korting
las patatas fritas
=
de patates frites
la cuenta
=
de rekening
la noche
=
de nacht
por noche
=
per nacht
una (habitación) individual
=
een eenpersoonskamer
el desayuno tipo buffet
=
het ontbijtbuffet
el departamento aéreo
=
de luchtvaartafdeling
la compañía aérea
=
de luchtvaartmaatschappij
un pueblo
=
een dorp
un castillo
=
een kasteel
una ensalada
=
een salade
el producto
=
het product
la lengua
=
de taal
Andalucía
=
Andalusië
la cerveza
=
het bier
las instalaciones sanitarias
=
de sanitaire voorzieningen
el vuelo
=
de vlucht
la oficina de turismo
=
het VVV-kantoor
el restaurante
=
het restaurant
el viaje de ida
=
de heenreis
la paella
=
de paella
la ducha
=
de douche
la fresa
=
de aardbei
el mes
=
de maand
¿Por qué?
=
Waarom?
la cocina
=
de keuken
el dinero
=
het geld
el año
=
het jaar
fácil
=
gemakkelijk
barato / más barato
=
goedkoop / goedkoper
pagar por
=
betalen voor
por
=
door / per / maal
dividido(s) por
=
gedeeld door
en total
=
in totaal
al contado
=
contant
todos los / todas las
=
alle (mnl. / vr.)
por ciento
=
procent
el 10 por ciento
=
10%
Es que…
=
Het zit zo dat…
Quédese con la vuelta.
=
Houdt u het wisselgeld maar.
Repítalo, por favor.
=
Herhaal het alstublieft.
excepto
=
behalve
al salir de
=
na vertrek uit / van
Siga todo recto.
=
Gaat u rechtdoor.
el final
=
het einde
No se preocupe.
=
Het geeft niet.
Disculpe.
=
Neemt u mij niet kwalijk.
Firme aquí.
=
Tekent u hier.
el pasajero.
=
de passagier
el precio
=
de prijs
el director
=
de directeur
el jefe de mantenimiento
=
de chef van de onderhoudsdienst
al final
=
aan het einde
Que se divierta.
=
Veel plezier.