EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Spaans
De Uitgeversgroep
SPA 1 op A2-niveau
A2 - Deel Vrijetijdssector - 1e editie
SPA 1, Hoofdstuk 22
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Spaans
Nederlands
la venta
=
de verkoop
la queja
=
de klacht
el correo electrónico /el e-mail
=
de e-mail
el diccionario
=
het woordenboek
una conversación telefónica
=
een telefoongesprek
la naranja
=
de sinaasappel
la directora
=
de vrouwelijke directeur
la compañía de autocares
=
het touringcarbedrijf
el importe
=
het bedrag
el taller
=
de garage (voor reparaties)
la reparación
=
de reparatie
el grupo
=
de groep
el agente de viaje
=
de reisagent
la inspección
=
de inspectie
durar
=
duren
enviar / mandar
=
sturen
apuntar
=
noteren
un extintor
=
een brandblusapparaat
el terreno
=
het terrein
la almohada
=
het hoofdkussen
cerdo
=
varkensvlees
un solomillo de cerdo
=
een varkenshaasje
un sobre
=
een envelop
la inauguración
=
de opening
la silla de ruedas
=
de rolstoel
a partir de
=
met ingang van
tarde
=
laat
más tarde
=
later
temprano
=
vroeg
ayer
=
gisteren
sino
=
maar (na een ontkenning)
pasar
=
doorbrengen
pasaré
=
ik zal doorbrengen
estar completo
=
vol zijn / compleet zijn
tener una avería
=
autopech hebben
tener - tenido
=
hebben - gehad