EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Spaans
De Uitgeversgroep
SPA 1 op A2-niveau
A2 - Deel Vrijetijdssector - 1e editie
SPA 1, Hoofdstuk 23
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Spaans
Nederlands
la casita
=
het huisje
el camino
=
de weg
el bolígrafo
=
de balpen
las horas de apertura
=
de openingstijden
el impuesto
=
de belasting
la compañera /el compañero
=
de collega (vr./mnl.)
el documento de identidad
=
het identiteitsbewijs
el carnet de conducir
=
het rijbewijs
el certificado de la matrícula del coche
=
het kentekenbewijs
el veterinario
=
de dierenarts
la compañía de seguros
=
de verzekeringsmaatschappij
la clínica
=
de kliniek
la policía
=
de politie
un huevo
=
een ei
europeo
=
Europees
un sello
=
een postzegel
la carta verde
=
de groene kaart
el camping card internacional
=
de internationale camping card
la secretaría del ayuntamiento
=
de secretarie van de gemeente
un pasaporte médico
=
een medisch paspoort
un pasaporte para animales
=
een dierenpaspoort
un certificado de vacunación
=
een inentingsbewijs
una declaración por escrito
=
een schriftelijke verklaring
el Real Touring Club
=
de A.N.W.B.
Holandés
=
de huisarts
el médico de cabecera
=
Schrijft u het even op, a.u.b.
Escríbalo, por favor.
=
Gaat u maar naar ..
Vaya usted a ..
=
Zegt u hem maar dat hij me
Dígale que me llame.
=
moet bellen.
Sirve para…/ Es para…
=
Het dient om te…/Het is om te…