EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Spaans
De Uitgeversgroep
Spaans 2 op B1-niveau SPA B1 HTR
B1 - Deel Toerisme - 1e editie
FRO/HOM/LHH/RZN SPA 2 Receptie
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Spaans
Nederlands
¿Tiene usted una cita?
=
Heeft u een afspraak?
¿Usted desea ver a la Sra. X?
=
U komt voor mevrouw X?
Le voy a avisar.
=
Ik zal hem waarschuwen.
¿Quiere sentarse?
=
Wilt u even plaatsnemen?
La Sra. X vendrá ahora mismo.
=
Mevrouw X komt zo bij u.
La Sra. X todavía no ha llegado.
=
Mevrouw X is nog niet binnen.
¿Quiere esperar un momento?
=
Wilt u even wachten?
¿Quiere usted una taza de café?
=
Wilt u een kopje koffie?
¿Quiere usted que le llame un taxi?
=
Zal ik een taxi voor u bellen?