Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Spaans Nederlands
  • SERVICIO = SERVICE
  • términos de cortesía = beleefdheidstermen
  • bienvenido(s) / a(s) = welkom
  • buenos días = goedendag / goedemorgen
  • buenas tardes = goedemiddag
  • Buenas noches = Goedenavond
  • que descanse (usted) = welterusten
  • le deseo un vuelo agradable = prettige vlucht
  • siénte(n)se = gaat u zitten
  • quéde(n)se sentado(s) / a(s) = blijft u zitten
  • hasta la vista = tot ziens
  • que aproveche / buen provechó = eet smakelijk
  • por favor = alstublieft
  • aquí tiene usted / tenga = alstublieft (aanreiken van iets)
  • gracias = dank u wel
  • a su servicio = tot uw dienst
  • sí, con mucho gusto = ja, graag
  • con mucho gusto = met plezier
  • de nada / no hay de qué = niets te danken / graag gedaan
  • pase usted = gaat uw gang
  • está bien? = alles in orde?
  • ¿me da usted su abrigo? = kan ik uw jas aannemen?
  • ¿cómo está usted? = hoe gaat het met u?
  • no, gracias = nee, dank u
  • discúlpeme = neemt u mij niet kwalijk
  • ¿qué dice? = wat zegt u?
  • lo siento = het spijt me
  • un momento = een ogenblikje
  • de acuerdo = afgesproken
  • señor / señora / señorita = meneer / mevrouw / mejuffrouw