EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Spaans
Boom
Link-Spaans
Thema 1: Wie ben je?
Thema 1 Wie ben je? - Taak 2
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Spaans
Nederlands
ir
=
gaan
ningún/ninguno/ninguna
=
geen
casado/a
=
getrouwd
tener/haber
=
hebben
niño/a
=
het kind
aprender
=
leren
mes
=
de maand
a
=
naar
Holanda
=
Nederland
holandés
=
Nederlands
no
=
niet
escuela
=
de school
trabajar
=
werken
tienda
=
de winkel
número
=
het cijfer
hija
=
de dochter
chico
=
de jongen
chica
=
het meisje
contar sobre
=
vertellen over
hijo
=
de zoon
un/una
=
één
dos
=
twee
tres
=
drie
cuatro
=
vier
cinco
=
vijf
seis
=
zes
siete
=
zeven
ocho
=
acht
nueve
=
negen
diez
=
tien