Read Along

Woordenlijsten Read Along

Read Along is een gratis app voor kinderen om te leren voorlezen. Deze app kan ook perfect gebruikt worden om de uitspraak te leren in een tweede taal. Lees hier meer over Read Along in combinatie met Wozzol.

Leer de woordjes die je tegenkomt in de teksten van Read Along met Wozzol.

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Spaans Nederlands
  • amigos = vrienden
  • mi nombre = mijn naam
  • mi nombre es Simo

    mijn naam is Simo

  • cuatro = vier
  • yo tengo cuatro amigos

    Ik heb vier vrienden

  • sus nombres = hun namen
  • sus nombres son Zizo y Ayanda

    hun namen zijn Zizo en Ayanda

  • mi amiga = mijn vriend
  • a mi amiga Zizo le gusta jugar fútbol

    mijn vriend Zizo houdt van voetballen

  • nadar = zwemmen
  • a mi amiga Lele le gusta nadar

    mijn vriend Lele houdt van zwemmen

  • al escondite = verstoppertje
  • a mi amigo Sisa le gusta jugar al escondite

    mijn vriendin Sisa speelt graag verstoppertje

  • leer = leest
  • a mi amiga Ayanda le gusta leer

    mijn vriendin Ayanda leest graag

  • yo = ik
  • ¿Y yo?

    En ik?

  • las cosas = de dingen
  • A mi me gusta hacer las cosas que a ellos les gustan

    Ik vind het leuk om de dingen te doen die ze leuk vinden

  • fútbol = voetbal
  • Yo juego fútbol con Zizo

    Ik speel voetbal met Zizo

  • Yo nado = Ik zwem
  • Yo nado con Lele

    Ik zwem met Lele

  • Yo juego = Ik speel
  • Yo juego al escondite con Sisa

    Ik speel verstoppertje met Sisa

  • amigo = vriend
  • ¿Ven, amigo, a ti que te gusta hacer?

    Kom op, vriend, wat vind je leuk om te doen?

  • con nosotros = met ons
  • Ven, juega fútbol con nosotros

    Kom met ons voetballen

  • nada = zwem
  • Ven, nada con nosotros

    Kom, zwem met ons mee

  • Ven = Kom
  • Ven, juega al escondite con nosotros

    Kom met ons verstoppertje spelen

  • con = met
  • ¡Ven, lee con nosotros!

    Kom met ons mee lezen!