EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Spaans
Basiswoordenlijsten
Meest voorkomend
Standaard zinnen
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Spaans
Nederlands
Dónde nos encontramos?
=
Waar spreken we af?
¿A que hora nos vemos?
=
Hoe laat zullen we afspreken?
¿Qué prefieres?
=
Wat heeft je voorkeur?
Todos los días son buenos para mí
=
Wat mij betreft is iedere dag goed
Eso suena bien
=
Dat klinkt goed
¿Está bien para tí?
=
Is dat goed wat jou betreft?
¿Le suena familiar?
=
Klinkt dat bekend?
¿Que esta pasando?
=
Wat is er aan de hand?
¿Hay algo nuevo?
=
Is er iets nieuws?
¿Cómo estás?
=
Hoe gaat het?
Realmente lo aprecio
=
Ik stel het erg op prijs
Es suficiente
=
Dat is wel genoeg
¿Hay un momento para hablar?
=
Is er een ogenblik om even te praten?
¿Es un mal momento ahora?
=
Komt het nu slecht uit?
¿Estás ocupado?
=
Ben je bezig?
¿Salió mal?
=
Kwam het slecht uit?
No estoy completamente seguro de la fecha
=
Ik ben niet helemaal zeker over de datum
Eso parece tan
=
Dat lijkt er wel op
Creo que sí
=
Dat denk ik wel
En lo que a mí respecta, es bueno
=
Wat mij betreft is het goed
Me gustan ambos
=
Ik vind allebei goed
Me parece una tontería
=
Het lijkt mij onzin
La fiesta terminó
=
Het feest is voorbij
¿Quién soy yo para decir eso?
=
Wie ben ik om dat te zeggen
Nunca duele
=
Het kan nooit kwaad
Es más fácil decirlo que hacerlo
=
Makkelijker gezegd dan gedaan
No hay duda de eso
=
Geen twijfel mogelijk
Vuelvo enseguida
=
Ik kom zo terug
Disculpas por llegar tarde
=
Excuses dat ik te laat ben
Volví
=
Ik ben er weer
Te dejaré continuar de nuevo
=
Ik laat je weer doorgaan
No le prestes demasiada atención
=
Besteed er niet teveel aandacht aan
¿Ya tenemos que irnos?
=
Moeten we al gaan?
¡Ya es hora!
=
Het werd tijd!
Tenemos el imperio solo
=
We hebben het rijk alleen
Mucha diversión
=
Veel plezier