EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Spaans
Diversen Spaans Hs 1-15
Hoofdstuk 2
el Tiempo
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Spaans
Nederlands
el tiempo
=
het weer
frío
=
koud
calor
=
warm
caluroso
=
aangenaam
fresco
=
frisjes
temperatura
=
temperatuur
grado Celsius
=
graden Celsius
lluvia
=
regen
nieve
=
sneeuw
granizo
=
hagel
llover
=
regenen
nevar
=
sneeuwen
granizar
=
hagelen
nube
=
wolk
niebla
=
mist
hielo
=
ijzel / ijs
seco
=
droog
tempestad
=
noodweer
tormenta
=
onweer
clima
=
luchtgesteldheid / klimaat
húmedo
=
vochtig
Qué tiempo hace hoy?
=
Wat voor weer is het vandaag?
Hace buen tiempo
=
Het is goed weer
Hace mal tiempo
=
Het is slecht weer
hace frío
=
het is koud
hace calor
=
het is warm