Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Spaans Nederlands
  • mirar = bekijken
  • escribir = schrijven
  • hay = er is / er zijn
  • me gusta = ik vind leuk
  • bonito = mooi
  • lindo / bonito

    mooi

  • enamorado / enamorada = verliefd
  • internet = het internet
  • foto = de foto
  • casa = het huis
  • biblioteca = de bibiotheek
  • hospital = het ziekenhuis
  • autobús = de bus
  • parada = het busstadion
  • estación = het stadion
  • fin de semana = het weekend
  • mañana = morgen
  • hasta mañana! = Tot morgen
  • ¡hasta mañana!

    Tot morgen

  • centro = het centurm
  • panaderia = de bakker
  • pescaderia = de vishandel
  • tienda de ropa = de kledingwinkel
  • cine = de bioscoop
  • farmacia = de apotheek
  • restaurante = de restaurant
  • calle = de straat
  • enfrente de = tegenover
  • aquí = hier
  • alli = daar