Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Spaans Nederlands
  • Bocadillos = Belegde broodjes
  • anchoa = asjovis
  • atún = tonijn
  • bocadillo = belegd broodje
  • bocata / bocadillo

    belegd broodje

  • bocadillo mixto = broodje ham
  • bocata = belegd broodje
  • bocata / bocadillo

    belegd broodje

  • calamar = inktvis
  • caliente = warm
  • Es bastante caliente

    Het is behoorlijk warm

  • carne = vlees
  • cebolla = uit
  • chorizo = chorizo
  • condimento = smaakmaker
  • embutido = worst / vleeswaren
  • especialidad = specialiteit
  • hamburguesa = hamburger
  • huevo = ei
  • huevo duro = hardgekookt ei
  • jamón serra = serranoham
  • jamón york = yorkham
  • ketchup = ketchup
  • lácteo = zuivel
  • lomo = lendenstuk
  • mayonesa = mayonaise
  • mostaza = mosterd
  • nuestro = ons / onze
  • patata = aardappel
  • pescado = vis
  • salchicha de frankfurt = knakworst
  • salchichón = Spaanse droge worst
  • salsa = salsa
  • tomate = tomaat
  • tortilla de patatas = aardappelomelet
  • vegetal = vegetarisch
  • verdura = groente
  • ingrediente = ingrediënt
  • ¿qué desean? = Wat wilt u vooraf?
  • asado = gebraden
  • pollo asado

    gebraden kip

  • calamares a la romana = gepaneerde / gefrituurde inktvisringen
  • ensalada = salade
  • flan = pudding
  • gratinado = gegratineerd
  • macarrones = macaroni
  • melón = meloen
  • menú = kaart
  • menú del día = dagmenu
  • mixto = gemengd
  • pan = brood
  • Más pan, por favor

    Nog wat brood alstublieft

  • pimiento = paprika
  • A la plancha = gegrild
  • pollo = kip
  • primero = voorgerecht
  • segundo = hoofdgerecht
  • sopa = soep
  • yogur = yoghurt
  • arroz a la cubana = rijst met banaan / gebakken ei en tomaat
  • arroz con leche = rijstebrij
  • bistec = biefstuk
  • canalones = cannelloni
  • fruta = vrucht / fruit
  • gazpacho = ui en komkommer
  • helado = ijs
  • hielo / helado

    ijs

  • huevo frito = gebakken ei
  • leche = melk
  • lenteja = linze
  • merluza a la romana = gepaneerde heek
  • merluza = heek
  • sardina = sardine
  • por favor = alstublieft
  • La cuenta, por favor

    De rekening, alstublieft

  • ahora mismo = nu meteen
  • beber = drinken
  • cuenta = rekening
  • deber = verschuldigd zijn
  • deber algo a alguien.

    Iemand iets verschuldigd zijn.

  • enseguida = meteen
  • enseguida / ahora mismo

    meteen

  • fideos = dunne pasta / vermicelli
  • gas = koolzuur
  • perdone = Pardon
  • poner = neerzetten / neerleggen
  • Qué = wat
  • ¿Qué le debo?

    wat ben ik u verschuldigd?

  • Qué = wat
  • ¿Qué le pongo?

    wat mag het zijn?

  • traer = brengen
  • verano = zomer
  • Situaciones diferentes = Verschillende situaties
  • cariño = lieveling
  • hambre = honger
  • más tarde = later
  • tener hambre = honger hebben
  • venga = toe maar
  • zumo = sap
  • acompañamiento = bijgerecht
  • ajo = knoflook
  • almorzar = Lunchen
  • carta = menukaart
  • cerveza = bier
  • cocido = gekookt
  • cocido

    eenpansgerecht / gekookt

  • comida = eten / middageten
  • cruasán = croissant
  • crudo = rauw
  • desayuno = ontbijt
  • frito = gebakken
  • plátano frito

    gebakken banaan

  • guisado = gestoofd
  • hecho = gemaakt / bereid
  • horno = oven
  • al horno = gebakken / uit de oven
  • licor = likeur
  • mejor = beter
  • merendar = een vieruurtje eten
  • merienda = vieruurtje
  • naranja = sinaasappel
  • ofrecer = aanbieden
  • pepino = komkommer
  • sal = zout
  • sangría = sangria
  • tostada = geroosterd brood
  • al vapor = gestoomd
  • vinagre = azijn
  • almuerzo = lunch / middageten
  • Pescado fresco = Verse vis
  • fresco = vers
  • japonés / japonesa = Japans
  • manera = manier / wijze
  • café = koffie
  • ¿Cómo tomas el café?

    Hoe drink jij je koffie?

  • azúcar = suiker
  • coca-cola = cola
  • limón = limoen
  • = thee
  • tiempo = tijd
  • del tiempo = van het seizoen nemen
  • tomar = nemen / eten
  • vino blanco = witte wijn
  • hielo = ijs
  • hielo / helado

    ijs

  • Cocina Latina = Latijns-Amerikaanse keuken
  • chileno = Chileens
  • cristiano / cristiana = christen
  • empanadilla = pasteitje
  • moro / mora = Moors
  • aguacate = avocado
  • carne picada = gehakt
  • frijoles = bonen
  • harina = bloem
  • El menú de hoy = Het menu van vandaag
  • proponer = voorstellen
  • introducir / proponer

    voorstellen

  • hoy = vandaag
  • ¿Dónde comes hoy?

    Waar lunch je vandaag?

  • alguna vez = soms
  • básicamente = voornamelijk
  • ha cambiado = het is veranderd
  • cambiar = veranderen
  • cambiar de ropa

    veranderen van kleding

  • cansar = vermoeien / vervelen
  • casero = zelfgemaakt
  • cerca = dichtbij / in de buurt
  • cerquita = heel dichtbij
  • cerrar = sluiten
  • cocido = eenpansgerecht
  • cocido

    eenpansgerecht / gekookt

  • combinar = combineren
  • comerciante = winkelie / koopman
  • concreto = concreet
  • costumbre = gewoonte
  • delante de = voor
  • justo delante de nosotros marchaba un tractor

    vlak voor ons reed een tractor

  • echar una siesta = een middagdutje doen
  • ejecutiv / ejecutiva = manager
  • eso sí = dat wel
  • esquina = straathoek
  • fiambrera = lunchtrommel
  • fijo = vast
  • filete = filet
  • al final = uiteindelijk
  • lejos = ver
  • ligero = licht
  • microondas = magnetron
  • nadie = niemand
  • o sea = oftewel
  • oficina = kantoor
  • opinión = mening
  • pausa = pauze
  • pescadito = visje
  • plato combinado = plateservice
  • por semana = per week
  • propietario = eigenaar
  • sencillo = eenvoudig
  • si no = anders
  • siestecita = middagdutje
  • sin embargo = echter
  • todavía = nog steeds
  • verdad = waarheid
  • la verdad es que... = het is eigenlijk zo dat...
  • ya = al