EN
NL
FR
DE
ES
IT
Learn vocabulary
Tips
Study method
Start
Wozzol
Tips
Study method
About
Vocabulary lists
News
What can you do?
Learn vocabulary
Learn lines
Learn pictures
Explanation
FAQs
Articles
If you would like to learn more vocabulary in a foreign language please let us know.
Contact us
Vocabulary list
Vocabulary lists
Spaans
Avance
Hoofdstuk 3
a extra woorden
Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.
Actions
Open list to learn
Print the list as
flashcards
Export list as text file
Spaans
Nederlands
violín
=
viool
cenar
=
dineren
tarde
=
laat
amable
=
aardig
llamarse
=
heten
actriz
=
actrice
enfermero
=
verpleger
universidad
=
universiteit
arquitecto
=
architect
plástico
=
plastiek
los austríacos
=
de Oostenrijkers
Chili
=
Chili
es que es
=
dat is omdat
descripción
=
beschrijving
monumento
=
monument / gedenkteken
alrededor
=
om zich heen / rondom
fuente
=
bron / fontein
natal
=
geboorte
casa natal
=
geboortehuis
libreria
=
boekwinkel
enfrente
=
tegenover
doña
=
vrouw / mevrouw
dueña
=
eigenaar
encima de
=
op
tampoco
=
evenmin
pasillo
=
gang
servicios
=
toiletten
sacapuntas
=
puntenslijper
mayúsculas
=
hoofdletters
minúsculas
=
kleine letters
vocales
=
klinkers
consonantes
=
medeklinkers
nombre
=
zelfstandig naamwoord
estar casados
=
getrouwd zijn
cacarse
=
trouwen
sofá
=
bank
helicóptero
=
helikopter
fútbol
=
voetbal
pizarra
=
schoolbord
Austria
=
Oostenrijk
perfecto
=
perfect / volmaakt
diccionario
=
woordenboek
sólo
=
slechts / alleen
acuerdo
=
akkoord
ingeniero
=
ingenieur
rápido
=
snel
dirección
=
richting / adres
antiguo
=
antiek / oud
nunca
=
nooit
practicar
=
oefenen / uitoefenen
aquilar
=
huren / verhuren
material
=
materiaal
acento
=
accent
azafata
=
stewardess
azul
=
blauw
aceite
=
olie
vale
=
prima / goed
periodista
=
journalist
gordo
=
dik
idioma
=
taal
lengua /
idioma
taal
despacio
=
langzaam
número de teléfono
=
telefoonnummer
mapa
=
landkaart
timido
=
verlegen
normalmente
=
normaal / gewoonlijk
moto
=
motor
secretaría
=
secretariaat
Marruecos
=
Marokkaans
supermercado
=
supermarkt
nadar
=
zwemmen
piscina
=
zwembad
una hora
=
een uur