Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Spaans Nederlands
  • manzana = appel
  • margarina = margarine
  • mejillón = mossel
  • melocotón = perzik
  • mermelada = jam / marmelade
  • moderar = matigen / verzachten / temperen
  • musulmán = moslim / islamiet
  • naranja = sinaasappel
  • nata = room
  • necesidad = noodzaak / noodzakelijkheid
  • olivo = olijfboom
  • opinar = van mening zijn / een mening geven
  • organismo = organisme / orgaan
  • origen = oorsprong
  • panameño = panama
  • parte = deel / gedeelte
  • pasaporte = paspoort
  • patata = aardappel
  • pechuga = kipfilet
  • pepino = komkommer
  • pera = peer
  • pescadería = viswinkel / vismarkt
  • pila = stapel / hoop
  • pimiento = paprika
  • pollo = kip
  • producir = produceren / fabriceren
  • producto = product
  • pronunciación = uitspraak
  • protector = beschermd / afgeschermd
  • puntual = punctueel / stipt
  • puro = puur / zuiver
  • quedar = blijven / achterblijven / overblijven
  • recordar = zich herinneren / terugdenken aan
  • reservar = reserveren / opzij leggen
  • respetar = eerbiedigen / respecteren
  • reunión = vergadering / reünie
  • riesgo = risico
  • sacar = halen / bevrijden / redden
  • salchicha = worst / worstje
  • salud = gezondheid / welzijn
  • sandía = watermeloen
  • sano = gezond
  • sardina = sardine
  • seguir = volgen
  • seguro = veilig / betrouwbaar / zeker
  • señal = signaal
  • siglo = eeuw / tijdsperk
  • situación = situatie / toestand
  • suavizante = wasverzachter
  • sueldo = loon / salaris
  • sustituir = vervangen
  • sustituir

    vervangen / situeren

  • técnico = technicus / vakman
  • tema = thema / onderwerp
  • ternera = kalf
  • tomate = tomaat
  • tradicional = traditioneel
  • trasladar = verplaatsen / overplaatsen
  • tratarse de = betreffen / gaan om
  • unido = verenigd / saamhorig / verbonden
  • uva = druif
  • vacuna = vaccin
  • variado = gevarieerd / gemengd / gesorteerd
  • el vegetal = gewas
  • vegetariano = vegetarisch
  • verdura = groente
  • virgen = maagdelijk / ongeschonden / puur
  • vitamina = vitamine
  • yogur = yoghurt
  • zanahoria = peen / wortel