Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Spaans Nederlands
  • aprende = leer
  • haz bricolaje = knutsel
  • busca el intruso = zoek het woord dat er niet bij hoort
  • busca = zoek op
  • colorea = kleur
  • combina = combineer
  • completa = vul in / vul aan
  • controla = controleer
  • corrige = corrigeer
  • deletrea = Spel
  • dibuja = teken
  • elige = kies
  • escribe = schrijf
  • ¿Cómo se escribe?

    Hoe schrijf je dat?

  • juega = speel
  • habla = spreek
  • marca = kruis aan
  • mira = kijk
  • pon en orden = rangschik
  • adivina = raad
  • reemplaza = vervang
  • repasa = herhaal
  • revisa / repasa

    herhaal

  • repite = zeg na
  • responde = beantwoord
  • revisa = herhaal
  • revisa / repasa

    herhaal

  • subraya = onderstreep
  • traduce = vertaal