Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Spaans Nederlands
  • espontáneo = spontaan
  • aventurero = avontuurlijk
  • cariñoso = lief
  • apasionado = hartstochtelijk
  • sincero = eerlijk
  • celoso = jaloers
  • egoísta = egoïstisch
  • el aspecto = het uiterlijk
  • el físico / el aspecto

    het uiterlijk

  • el defecto = het gebrek
  • el físico = het uiterlijk
  • el físico / el aspecto

    het uiterlijk

  • el sueño = de droom / de slaap
  • el fan = de fan
  • el gusto = de smaak
  • la discusión = het gesprek
  • superficial = oppervlakkig
  • entusiasta = enthousiast
  • exigente = veeleisend
  • exigente / complejo compleja

    veeleisend

  • fiel = trouw
  • sensible = gevoelig
  • sociable = sociaal
  • fuerte = sterk
  • creer = van mening zijn / geloven
  • preferir = liever hebben
  • preferir ie

    liever hebben

  • encontrar = tegenkomen / vinden
  • llevar = dragen
  • llevar

    wegbrengen / dragen

  • ser capaz de = in staat zijn om
  • casi = bijna
  • en cuanto a = wat ... betreft
  • incluso = zelfs
  • incluso / aun

    zelfs

  • sin embargo = echter