Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Spaans Nederlands
  • despejado = onbewolkt
  • nublado = bewolkt
  • Está nublado

    Het is bewolkt

  • la lluvia = de regen
  • la nube = de wolk
  • el chubasco = de stortregen
  • el viento = de wind
  • el paraguas = de paraplu
  • la emisora = de zender
  • el éxito = het succes
  • el director = de regisseur
  • el género = het genre
  • la estrella = de ster
  • la fama = de roem
  • la niñez = de jeugd
  • invitar = uitnodigen
  • transcurrir = zich afspelen
  • consultar = raadplegen
  • crear = creëren
  • desear = wensen
  • representar = vertegenwoordigen / voorstellen
  • resumir = samenvatten
  • pesado = vervelend
  • adulto = volwassen
  • separado = gescheiden
  • sí mismo = zichzelf
  • por lo tanto = daarom
  • raramente = zelden
  • rápidamente = snel
  • lamentablemente = jammer genoeg
  • afortunadamente = gelukkig