Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Spaans Nederlands
  • la nieve = de sneeuw
  • nevar = sneeuwen
  • la lluvia = de regen
  • buen tiempo = mooi weer
  • el tiempo = Het weer
  • la carrera = de studie
  • la beca = de studiebeurs
  • estudiar = studeren
  • el ordenador = de computer
  • alguna vez = wel eens
  • por cierto = trouwens
  • igual que = net als
  • pronto = snel
  • de repente = plotseling
  • quizás = misschien
  • sin duda = zonder twijfel
  • en general = over het algemeen
  • gracias a = dankzij
  • pero = maar
  • por eso = daarom
  • por tanto / por eso

    daarom

  • si = als
  • como / si

    als

  • además = bovendien
  • porque = omdat
  • por tanto = daarom
  • por tanto / por eso

    daarom

  • como = als
  • como / si

    als

  • al final = ten slotte
  • impresionante = indrukwekkend
  • conseguir = verkrijgen / op de kop tikken
  • regresar = terugkeren / teruggaan
  • acordarse = zich herinneren