Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Spaans Nederlands
  • el extranjero = de buitenlander
  • el intercambio = de uitwisseling
  • la tradición = de traditie
  • la procesión = de processie
  • la celebración = de viering
  • la costumbre = de gewoonte
  • acostumbrado = gewend
  • el anuncio = de advertentie
  • el resultado = het resultaat
  • diario = dagelijks
  • constante = voortdurend
  • al mismo tiempo = tegelijkertijd
  • empezar = beginnen
  • iniciar / empezar

    beginnen

  • aburrirse = zich vervelen
  • recomendar = aanbevelen
  • aconsejar = aanraden
  • esconder = verstoppen
  • encontrar = vinden
  • impresionarse = onder de indruk raken
  • depender = afhangen
  • depender de

    afhangen van

  • cenar = het (avond)eten
  • conmigo = met mij
  • contigo = met jou
  • despacio = langzaam
  • fácil = makkelijk
  • difícil = moeilijk
  • distinto = anders
  • maravilloso = geweldig
  • está claro que = het is duidelijk dat
  • echar de menos = missen