Verkeer

Verkeer leren in het Spaans

Wil je woorden leren voor in het verkeer en onderweg in het Spaans?
Leer dan deze lijst met Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Spaans Nederlands
  • la autopista = de snelweg
  • tráfico = verkeer
  • el carril = de rijstrook
  • la curva = de bocht
  • la curva peligrosa = de gevaarlijke bocht
  • el descenso peligroso = de gevaarlijke afdaling
  • la mal camino = het slecht wegdek
  • la desvío = de omleiding
  • el túnel = de tunnel
  • el puente = de brug
  • el cruce = de kruising
  • el restricción de velocidad = de snelheidsbeperking
  • la velocidad máxima = de maximum snelheid
  • adelantar = inhalen
  • el semáforo = het verkeerslicht
  • la señal de tráfico = het verkeersbord
  • el carril bici = het fietspad
  • las obras viales = de wegwerkzaamheden
  • la gasolinera = het tankstation / het bezinestation
  • gasolina = benzine
  • diésel = diesel
  • el tanque = de tank
  • la carretera de peaje = de tolweg
  • la camino provincial = de provenciale weg
  • estacionamiento = parkeren
  • mala suerte = pech
  • asistencia en carretera = de wegenwacht
  • atasco = file
  • el control de velocidad = de snelheidscontrole
  • el estacionamiento = de parkeerplaats