Vervoer

Vervoer leren in het Spaans


Wil je verschillende vervoersmiddelen leren in het Spaans?
Leer dan deze lijst met Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Spaans Nederlands
  • el coche = de auto
  • la motocilceta = de motorfiets
  • la bicicleta = de fiets
  • la moto = de brommer
  • el tren = de trein
  • la classe preferente = eerste klas
  • un billete de ida y vuelta = een retourtje
  • un billete sencillo = een enkeltje
  • el tren de alta velocidad = de hogesnelheidstrein
  • el autobús = de bus
  • la tranvía = de tram
  • el metro = de metro
  • el avión = het vliegtuig
  • el aeropuerto = het vliegveld
  • la escala = de tussenlanding
  • el vuelo = de vlucht
  • la avioneta = het sportvliegtuigje
  • la camioneta = de bestelbus
  • el camión = de vrachtwagen
  • el camión cisterna = de tankwagen
  • el tractor = de tractor
  • el helicóptero = de helikopter
  • el barco = de boot
  • el ferry = de veerboot
  • el buque = het vrachtschip
  • el barco de pesca = de vissersboot
  • el submarino = de onderzeeër
  • los pasajeros = de passagiers
  • el globo = de luchtballon
  • el todoterreno = de tereinwagen
  • el coche de carreras = de raceauto
  • el scooter de nieves = de sneeuwscooter
  • el taxi = de taxi
  • el camión cisterna = de takelwagen