elkaar begrijpen

Elkaar leren begrijpen in het Zweeds


Wil je elkaar kunnen begrijpen in het Zweeds?
Leer dan deze lijst met Wozzol

Please check if the vocabulary list is correct before you learn it.

  • Zweeds Nederlands
  • Kan du upprepa det? = Kunt u dat herhalen?
  • Vad säger du? = Wat zeg je?
  • Hur mycket = hoeveel
  • vad är klockan? = hoe laat is het?
  • Jag förstår inte = ik begrijp het niet
  • långsammare = langzamer
  • stava = spellen
  • Jag talar inte svenska = Ik spreek geen zweeds
  • var är …? = waar is …?
  • Hur säger man …? = Hoe zeg je …?
  • Hur uttalar du det? = Hoe spreek je dat uit?
  • Engelsk = Engels
  • pratar du = spreekt u
  • mitt namn är... = mijn naam is...
  • Vad heter du? = Hoe heet je?
  • förlåt = sorry
  • tack = dank u wel
  • snälla du = alstublieft
  • Nej = nee
  • Ja = ja
  • Hallå = Hallo